donderdag 14 augustus 2008

Column Volleybal Life, deel 9, juni 2007

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleybalLIFE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

De heren van Heren 2 doen het goed. Althans, een groot deel ervan. Want maar liefst vier mannen nemen volgend jaar plaats in Heren 1. Uit het eerste team verhuizen een paar 'ouwelullen' en vroegsenioren-zullen-we-maar-zeggen naar een teampje lager. Hoewel, lager... het tweede is met de hakken over de sloot gepromoveerd naar dezelfde klasse als het eerste. De vraag is dus: is promotie van onze vier teamgenoten naar het eerste team dat in dezelfde klasse speelt nu een promotie te noemen? Een ingewikkeld verhaal; de uitleg noopt tot een begin bij het begin.
Lang geleden, ongeveer drie bruiloften, vijf poppeslokken (voor de Hollanders onder u, dat zijn kraamvisites; jullie eten beschuit met muisjes bij de baby, wij nemen een slok op de pop) en zes H2-jaarbarbecues, is de basis voor het huidige Heren 2 ontstaan. Daar is wel eens wat vanaf gegaan, er is het een en ander bijgekomen, eigenlijk staat er bijna niets meer van die basis van toen in het veld, maar ondergetekende begon destijds, dus ik hou dit bol van nostalgie staande verhaal erin. Zo. Dus al jaren zijn we een hecht team, een vriendenteam, die bij elkaar de tuin komt omspitten, adviseert over computeraankopen, elkaars sollicitatiebrieven schrijft, er nog een onderling competitietje bij squasht en tennist, samen musiceert, filosofeert, ontbijt; kortom: wij zijn boezemvrienden voor het leven en wat daarop moge volgen. We doen het – voor zover ik weet – nog net niet met elkaars echtgenotes, maar zou dat slechts een kwestie van tijd zijn? Dertigersdipjes zijn overleefd, maar penopauzes gloren aan de horizon. Hoewel, in dit soort midlifecrises versnoepen mannen zich toch aan jonge blaadjes? Dan maar de damesteams afstruinen. Hm, ik dwaal af. De laatste jaren hebben we tezamen bittere pillen geslikt, zoals de degradatie van derde naar vierde klasse. Collectief uithuilen en eendrachtig opnieuw beginnen resulteerde in een heroïsch kampioensfeest het jaar erna. Dit hebben we in gezamenlijkheid gevierd, ten volle beseffend dat dit alleen mogelijk was doordat we zo’n onverbrekelijke, unieke band hebben. Doordat we elkaar zo enorm goed aanvoelen. Zonder elkaar zouden we… tja… speerwerpen ofzo. Zeg maar Ajax met z’n Gouden Elftal van de broertjes Mühren en baardman Barry Hulshof. En Krol, Haan, Rep, Cruijff, enzo. In die glorietijd begonnen we zo ook ongeveer. Toen een brood nog een duppie kostte en een ei een halve cent. Of draaf ik nu – euforischer als ik per getypte regel word – een beetje door? Wellicht is toen mijn winnaarmentaliteit (ahum) ontstaan, een voorbeeld nemend aan mijn pa die zijn reis naar de Europese finale in Parijs dubbel en dwars terugverdiende door fanatiek kaartspel in de trein.
Ik dwaal weer af, ik wou dus uitleggen hoe het zo gekomen is dat het Heren 2 wiens wel en wee u de afgelopen seizoenen op deze plaats heeft kunnen volgen, vanaf nu niet meer hetzelfde is. De illustere figuur van Huub (ik kan nu zijn naam wel noemen) met zijn aan adhd grenzende energie en zijn – hoewel immer onbegrepen – ontwapenende onstuimigheid, het boomlange (zoontje-van-de-veel-kleinere-trainer) multitalent: de benjamin Redmar, de minstens zo lange stille willie Marco die aan de lopende band scoort terwijl niemand – behalve gelukkig de teller – het merkt en de altijd – zowel op zichzelf als op het team – kritische ‘we-juichen-niet’-Roelof die nog doorspeelt met twee gebroken benen; ze maken geen deel meer uit van Heren 2. Het moment is gekomen dat het zwaard van Damocles neerdaalt op ons team. Vooruitgang heet dat. De Technische Commissie wikt en beschikt, het tijdperk van de gezelligheid is voorbij, op naar de nieuwe gezelligheid. Want Edwin met zijn goede verhalen, Jurrit-Jan met zijn nog betere verhalen, ik met mijn getypte verhalen, Fred met z’n verhalen die de meisjes bekoren en Berend is een Brabants verhaal apart, blijven, dé basis voor weer zeven vette jaren.
Volgende keer stel ik de nieuwe (oude) leden van mijn allereigenste Heren 2 voor.

Jeroen (blijvertje)

Geen opmerkingen: