zondag 2 oktober 2016

Column VolleyMAGAZINE, deel 41, oktober 2016

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleyMAGAZINE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

Toss verloren!

Een traditie verdwijnt: de toss! Dat is even slikken, deze monsterachtige aanpassing van de regels. Want voor een scheids is dit een moment suprême, en de wedstrijd moet dan nog beginnen!

Eerst die munt die de arbiter, zich ten volle bewust van zijn momentum, tevoorschijn tovert uit een borstzakje ofzo, waarbij hij deze volleerd hansklokkerig showt aan zijn publiek: de beide aanvoerders. Niet zelden is dit een Wilhelmina-daalder, een festivalmuntje (zie mij eens bij PinkPop-2002 geweest zijn!) of een good old gulden.

Dan volgt het ritueel van de opgooi. Als ware het een ei en een dopje, wordt de daalder moeiteloos op de gekromde wijsvinger en het puntje van de reeds aangespannen duim gelegd. Voordat zijn publiek het door heeft, heeft de scheids de lancering reeds voltrokken. De salto mortales en pirouettes zijn ontelbaar; Hans van Zetten zou over zijn tong struikelen als hij verslag zou doen van dit spektakel. Het geboeide publiek volgt vol ontzag de munt op zijn weg door het luchtruim, het podium van de in het wit getooide artiest.

Stiekem is deze van plan zijn glimmende ster van de avond soepeltjes op te vangen en ‘m quasi nonchalant in één vloeiende beweging op de rug van de andere hand te leggen, om ‘m vervolgens triomfantelijk aan de beide, nog net niet extatisch juichende aanvoerders te tonen. Maar die ene awkward ervaring - toen hij de munt per ongeluk wegtenniste waardoor deze op het veld ernaast via de hand van de aanvaller die juist smashte zich in het rechteroog van een onschuldige blokkeerder boorde waarna de ongelukkige per ambulance is afgevoerd en vervolgens niemand ooit nog iets van hem vernomen heeft - in het achterhoofd, calculeert hij zorgvuldig zijn kansen en laat hij de Wilhelmina risicoloos, als een gemiddelde scheids, op de grond vallen en uitrollen.

Enigszins van zijn à propos gebracht omdat hij niet volledig heeft kunnen shinen met zijn geplande grand finale, maar dat gevoel verbergende, overcompenseert de scheids dit door zich wijdbeens en met veel misbaar, alsof de volledige avondvierdaagse veilig de snelweg moet oversteken en hij - en hij alleen - is daar verantwoordelijk voor, op te stellen boven zijn gouden gulden. De spanning opvoerend wenkt hij de aanvoerders langzaam dichterbij, waarbij hij het zo regisseert dat ze beiden gelijktijdig en kousevoetend de piste, waarin de adembenemende slotscène zich afspeelt, betreden. Met al zijn getrainde skills heeft de scheids het al lang en breed gezien, maar hij laat bewust de ontdekking aan zijn publiek. Vlak nadat er ‘kop’ of ‘munt’ uit de mond van een van de aanvoerders heeft geklonken en vlak vóórdat een van hen de munt wil oprapen, grist de scheids zijn heiligdom fluks van de vloer. 

Een daverend applaus weerklinkt oor- en ego-verdovend in zijn hoofd als hij zijn publiek met blikken vol verafgoding in hun verdwaasde ogen achteloos de hand schudt.

Jeroen (podiumdier)

donderdag 7 april 2016

Column VolleyMAGAZINE, deel 40, april 2016

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleyMAGAZINE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’. 

Het Wel & Wee Van Heren 2

Zuur of zoet?

Ik nam me voor ff flink azijn te pissen in deze column. Ongenuanceerd m’n bek open trekken en ‘Ik wil meer, meer!’ fulmineren.

Pissen op m’n teammaten die ‘t laten afweten: niet komen trainen, niet spelen, niet het vrijwilligerswerk doen waar de club ook op draait, niet op de feesten komen.
Pissen op de makers van dit blad, die me dit laten typen voor noppes. Een podium, een ‘dank je’ via de mail… leuk en aardig, maar schrijven is verd… mijn broodwinning!
Pissen op de leiders in Europa die zich door Erdogan laten verleiden tot dom blufpokeren met vluchtelingen als inzet.
Pissen op mezelf omdat ik m’n brood momenteel nauwelijks verdien, laat staan de pindakaas daarop voor de kinderen.

Maarrrr… ik ben nogal van de nuance.

Ik snap dat een ventje dat zich als succesvol beachvolleyballer een hele macho voelt en dat bepaalde levenslessen in de opvoeding ff gemist heeft, met een leuk meisje dat zich aandient in een Duitse kuil bij een Engels meertje duikt.
Ik snap dat alles relatief is, zo ook de relatie met je volleybalteam en dito kluppie.
Ik snap waarom het me niet lukt meer klussen binnen te hengelen.
Ik snap dat mensen dom zijn, en zo niet, dom kunnen handelen. Uit frustratie of onwetendheid.

Hoe maakt de alchemist het zuur zoet? Met de overal gratis verkrijgbare roodgekleurde zoetstof: liefde, aandacht, waardering. Van ouders en je omgeving, voor jezelf en je omgeving.

Ik fluit. Krijg een consumptiebon per wedstrijd. Hoeft helemaal niet van mij, maar het is de waardering die ik ervaar, die ik op mijn beurt wél waardeer.
Voorganger Volleybal Life betaalde mij een tientje per column. Ook geen vetpot, maar de magnum champagne rond de kerstdagen maakte veel goed.
We hebben een vaste teller bij de thuiswedstrijden, die dat met veel plezier doet. Er gaat een welgemeend struikje over tafel bij de laatste wedstrijd, logisch toch?

’t Begint met de liefde van je ouders. Tot en met instanties en overheden (mantelzorgcompliment, aftrekpost, basisinkomen) valt waardering, aandacht, liefde te krijgen. En te geven. Zelf, als ouder, als teammaat, als columnist die blij is met dit podium.
Azijn pissen is een keuze; ik voel me gezegend dat ik kan kiezen om chocolade te poepen.

Jeroen (werk zoekend)