donderdag 14 augustus 2008

Column Volleybal Life, deel 10, september 2007

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleybalLIFE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

‘Sand was coming between my bums, but it didn’t matter cause we were having fun’.
Roberto Jacketti refereerde met dit vrolijke niemendalletje in de jaren 80 aan een ‘hot, hot summer night’. Ik doel hiermee op het onvermijdelijke beachvolleybaltoernooi op een door het lokale loonwerkersbedrijf vol met zand gestorte parkeerplaats ergens in een provinciestad, dan wel dorp. Het moet gezegd worden: het is geweldig hoe beachvolleybal in Nederland groeit en bloeit. En dat terwijl de zomers met de huidige klimaatverandering spontaan worden verlegd naar april, als iedereen nog in de zaal loopt te zweten. In de officiële zomermaanden is het dan tussen de buien door tijd voor de toernooien. Eerst werden ze georganiseerd op ’t Zaailand en de Grote Markt, in de steden dus. En zo langzamerhand heeft ieder zichzelf respecterend dorp wel zijn eigen beachvolleybaltoernooi. Zijn er in de steden nog heuse prijzen als waardebonnen, volleyballen, tassen en aanverwante artikelen te winnen, als het dorp kleiner wordt, wordt het inleggeld na aftrek van kosten bij elkaar geschraapt en in een envelop geschoven, wat resulteert in bedrag ter hoogte van een bier- en reiskostenvergoeding voor de winnende finalisten. Ach, het gaat om het meedoen.
Mijns inziens zijn er twee categorieën beachvolleybaltoernooibeachvolleyballers. De eerste balt omdat ‘ie serieus met zijn sport bezig is en de zomer door bezig wil blijven met die sport, om het seizoen erop te excelleren in de zaalcompetitie. Nummer twee boeit het niet om te presteren, die gebruikt de vaste woensdagavond beachen om – net als in de rest van het jaar – tenminste een avond legitiem van huis te mogen zijn. En dat daar af en toe nog een beachvolleybaltoernooitje aan gekoppeld wordt, is alleen maar leuk. Echtgeno(o)t(e) en kinderen komen ook even langs ten tijde van de finale waar steevast niet aan deelgenomen wordt en doen gezellie mee met de aansluitende barbecue.

Wat ook zo mooi laagdrempelig is aan beachvolley, is dat iedereen het op de camping doet. (Te) Jong en oud, ervaren of onervaren, verantwoord of niet, allemaal achter die bal aan! De ‘animateur’ kan, fluit losjes bungelend aan zijn hand, gerust zijn aandacht richten op het bakvissenteam dat langs de kant zit; de strijdende teams regelen de scheidsrechterszaken onderling wel. Nog nooit zoveel enkeltjes achter elkaar zien zwikken als afgelopen vakantie in Frankrijk, waar een veld was aangelegd op een grindbed (steentjes met scherpe hoekjes!) dat niet erg meegaf. Ik moest het bekopen met een paar geschaafde knietjes – niet dat ik nou macho wil laten zien dat ik ook in het echt volleybal, maar zo’n bal die te pakken valt, wil ik dan ook gewoon pakken, dat hou je niet tegen – en een elleboog die zoveel geweld niet gewend was en het daarom uit protest op een bloeden zette. Wat er nogal angstaanjagend uitzag voor de tegenstanders; het door de alcohol – overvloedig genuttigd bij de maaltijd ervoor – verdunde bloed sijpelde in straaltjes richting mijn oksel als ik de armen omhoog hield, en naar mijn polsen als ze naar beneden ging. Gevolg: een volledig bebloede arm! Er was nog een gevaar, waar ik een ribbenkastje op heb horen kraken: de zuinige campinghouder had het gepresteerd een hoge drempel rond de grindbak te leggen; het mocht toch eens gebeuren dat er steentjes het – heerlijk zachte – omringende gras in rolden. Edoch, een laagdrempelige sport.

Jeroen (stonewashed)

Geen opmerkingen: