donderdag 17 december 2015

Column VolleyMAGAZINE, deel 39, december 2015

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleyMAGAZINE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

Sport is emotie?

Ik schrijf dit in de tijd voor kerst, de tijd waarin we ons gevoel laten spreken. Hoewel dat het hele afgelopen jaar door ook noodgedwongen mocht door aanslagen in ons stokbroodvakantieland en een dood kindje op onze zomerplaya’s. Én we schijnen ook altijd onze emoties te mogen tonen op het sportveld, want de algemene opvatting is dat sport en emotie nu eenmaal bij elkaar horen. Is dat zo? Ik pleit voor nuance.

De tranen van Foppe, de verslagenheid van de Heracles-goalie nadat ‘ie de bal in eigen doel had gevolleybald (technische fout), het kleedkamerfeest bij de amateurs van VVSB die de kwartfinales van de KNVB-beker bereiken… ja, dat zijn de emoties die de sport zo mooi maken. De gespeelde verongelijktheid na een schwalbe, de noppen in het been als wraak, withete ‘grootbekken’ vlak voor de neus van de scheids… maakt dat de sport nou zo mooi?

Professionele voetbalscheidsrechters geven in Bureau Sport aan dat ze emotionele (lees: verbaal agressieve) reacties de eerste seconden toelaten, want ‘voetbal = emotie’. In de regels staat echter zwart op wit: protesteren is geel. ‘Ja maar,’ zeggen ze dan, ‘dan blijf ik kaarten uitdelen!’ De mannen die geld verdienen door op tv over voetbal te praten, zijn over het algemeen ook een voorstander van die emotie, want: ‘... dat maakt de sport zo mooi.’ Maar die begrepen Foppe’s tranen niet...

Ik pleit voor de nuance. We vergeten onderscheid te maken tussen emotie en agressie. Tussen authentiek gemoed doorleven of als een losgeslagen gorilla ‘ik neuk je focking moeder’ te blèren (nog knap voor een Twentse gorilla).

Emotie komt van het Latijnse émovére, wat ‘in beweging’ betekent. Beweging heb je in de sport bij uitstek nodig. Gebruik het dan ook! Rugby is hét goede voorbeeld daarvan: de emotie daarin zit ‘m in de wedstrijdbeleving, de passie waarmee de mannen de duels aangaan, het willen winnen. Trots, verdriet en blijdschap, dát zijn de emoties, dát maakt die sport - en sport in het algemeen - zo mooi.

Een voorbeeld van het volleybalveld. De scheids - ondergetekende - gaf een bal in, waar een speler het duidelijk niet mee eens was; met veel misbaar liep hij protesterend naar de bok. Aangezien het niet de aanvoerder was, schonk ik er geen aandacht aan. Bij de opslag stond de speler nog steeds te mokken en de set-up die hij vervolgens kreeg, belandde onder in het net.
Andere wedstrijd: een discutabele edoch resolute beslissing van de scheidsrechter. De aanvoerder wierp getergd een vertwijfelde blik richting de vrouw in ‘t wit, draaide zich vervolgens snel om richting zijn teamgenoten en gebruikte de energie van die emotie om zijn team op te peppen voor het volgende punt. Wat ze overtuigend pakten.

Ja, sport en emotie horen bij elkaar.

Jeroen (gevoelsmens)