donderdag 14 augustus 2008

Column Volleybal Life, deel 1, september 2005

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. Volleybal Life volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

De Heren hebben het ogenschijnlijk goed voor elkaar: samen met een jongedamesteam een weekend feesten bij het Tevoko buitentoernooi op Texel. Schijn bedriegt: de heren mogen chaufferen, tenten opbouwen, bagage verplaatsen, Canei trakteren en beschermheren spelen in de disco. Maar ach, is het niet de schijnwerkelijkheid die de kar des levens trekt? Zei de oudste (wijste) van dit gezelschap, tevens stukjesschrijver.

Spreken we van een traditie, als we vorig jaar ook al meededen? Hoe dan ook, het scheen de laatste keer een groot feest geweest te zijn – ik was er niet bij – dus we moesten weer. De dames – met een hoog bakvisgehalte – schreven zich in als De Chickies, wij deden mee onder de minder alledaagse naam Hé Snol Waar Is Me Pomp? Een pomp konden we wel gebruiken; een zeven uur durende hoosbui zette de dag voor aanvang van het toernooi speelweide Het Vierkante Stuk onder water. Op de enigszins droge plekjes werden 18 velden gepropt. Tussen de wedstrijden dreven we gezellig met De Chickies op een dekzeiltje, pendelend tussen veld 15 en de broodjes warme worst.

Hé Snol Waar Is Me Pomp? Onze teamnaam bleek een succesvolle advertentie teneinde de vorig jaar aan iemand van De Snollen afgestane en nooit meer teruggegeven pomp retour te krijgen. Reeds de eerste dag kwam een Snol op ons af om het ware verhaal achter de Grote Diefstal van 2004 op te biechten. En de tweede dag kregen we onze pomp terug; hulde Snollen!
Bizar gevolg van de teamnaam was dat ik, als 38-jarige echtgenoot, vader van 2 kinderen, in bezit van eigen bedrijf en mezelf én het leven toch wel serieus nemend, een weekend lang doodleuk rondliep met levensgroot SNOL op m’n borst (de rest liep met WAAR, POMP, ?, HÉ, ME en IS).

De top 5 van dit weekend; ik tel af.
Op 5: we hebben de pomp terug!
Op 4: we zijn een stoel kwijt, meegenomen door een team…!
Op 3: puber in de disco die zich afvraagt wat ze in vredesnaam van dat dansfenomeen moet denken: óf hij is een versierbaar leeftijdgenootje óf hij is homo. Huub is 34, huisje-boompje-beestje en danst als een mengeling van Prince-of-hoe-die-tegenwoordig-mag-heten, Michael de Kindervriend en Vaslav Nijinsky (1889-1950, Russisch balletdanser, leed aan schizofrenie).
Op 2: de ober in de pizzeria-grillroom-steakhouse-shoarmazaak alias typisch-Hollands-want-goedkoper-kan-het-niet-vreettent die de soeplepel aangeeft met zijn beduimelde duim en vingers op dat deel van de lepel waarvan het de bedoeling is dat teamgenoot Jurrit Jan deze in zijn mond zal steken.
En met stip op nummer 1: de subtiele wraak van Jurrit-Jan door de lepel na gebruik aan te reiken aan diezelfde bediener op zo’n manier dat zijn vingers onafwendbaar het afgelikte deel van de lepel moesten omvatten.

Het was een leuk weekend.

Jeroen (buitenspeler)

P.S. ‘Het Is Geel En Je Kunt Er Op Staan’ won de mooiste-T-shirt-verkiezing. Op de achterkant van het shirt stond een kuikentje afgebeeld. Ik begrijp ‘m niet! Op de lagere school hadden we dat soort mopjes: Het is groen en het vliegt in de lucht: ‘een spruitvogeltje’ (hahahahaha!). Of: ‘een groen in-de-lucht-vliegertje’ (die laatste vond ik leuker, maar mijn klasgenootjes begrepen mij niet).

Geen opmerkingen: