donderdag 16 september 2010

Column Volleybal Life, deel 28, augustus 2010

Zomaar ergens in Nederland, in een regio, in een rayon, speelt een Heren 2. ’t Zou het tweede van jouw vereniging kunnen zijn. VolleybalLIFE volgt de gebeurtenissen van dit ‘team next door’.

Het Wel & Wee Van Heren 2

Heren vinden het heerlijk om met heren onder elkaar te zijn. Dan kunnen de haantjes lekker kraaien. Als aanvoerder van Heren 2 is dit een onderdeel dat ik MOET beheersen, dus moet ik met een man een paar dagen op stap. Vriend en wandelschoenen mee naar het Teutoburgerwald, waar we blijkens de folder in een homovriendelijk hotel terecht kwamen. Interessante start!

Helaas, het lukte ons nauwelijks om over auto's en voetbal te praten. Dat enigszins teleurgesteld constaterende, bleek dat we wel degelijk in staat waren over vrouwen te praten. Zowel de respectvolle benadering (gevoel enzo, niet weg te denken uit ons leven) als de macho benadering (eenzijdig, seksgericht) blijken we te beheersen. Pijnlijke constatering: aan beide kanten blijken we ons als man even machteloos te voelen. Maar ach, onder elkaar leven we ons lekker uit: de ontdekking dat er op parkeerterreinen speciale ‘Frauenparkplatzen’ zijn ingeruimd, levert al snel een trits vrouwonvriendelijke geintjes op waar we als mannen onder elkaar heerlijk om kunnen… tja, noem het eigenlijk maar gewoon meisjesachtig giechelen.

Een verkeersbord onderweg deed de macho in ons goed: daar waar langs een weg een parkeerplaats was met wandelmogelijkheden, stond een bord met een fiere man voorop, leidend, en een kleinere vrouw op een metertje – waarvan de helft wel nodig was vanwege haar voorgevel – volgend. Dit stereotype beeld gaf de mannelijke burger weer moed, maar later bleek dat het bord verouderd was; ook in Duitsland heeft de onzijdigheidsziekte toegeslagen. Nee, niet geheel. Daar waar wij de kinderlokker (man met hoed en kind die een voetpad aanduidt) hebben vervangen door iets onzijdigs, is het in het Duitsland van tegenwoordig onmiskenbaar de taak van de vrouw om een kind veilig over een voetpad te loodsen.

De echte man weet scherpe keuzes te maken. Waar drie landweggetjes samenkwamen stond ene Nepomuk op een sokkel. Bleek een beschermheilige van maarliefst negen zaken, van Bohemen tot molenaars, van bruggen tot biechtgeheim. Met onder andere een beeld voor hem op de Praagse Karelsbrug en een kerk in Brabant. Heeft het dus ver geschopt, deze generalist, deze beroepstwijfelaar. Nou vraag ik je! En hij ging dood omdat hij een geheim dat een vrouw hem had verteld, niet wou prijsgeven. Het wordt steeds complexer c.q. interessanter.

Conclusie: we vonden onszelf, ondanks de vele grappen over vrouwen, geen (typische) macho mannen. Want we waren geen strijders, geen vechters. We waren geen Herman die – blijkens zijn torenhoge standbeeld – zo ongeveer in z’n eentje de Romeinen uit het woud had gejaagd. Uiteindelijk bleven we zitten met onze hamvraag: als strijders dapper zijn, zijn niet-strijders dan per definitie niet dapper?

Jeroen (doet z’n best)

Geen opmerkingen: